2019: rampjaaroverzicht

Ooit leerde ik op school dat het jaar 1672 in de vaderlandse geschiedenis te boek staat als het ‘Rampjaar’. In dat jaar begon de ‘Hollandse Oorlog’ en werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen. Volgens een Nederlands gezegde was ‘het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos’. Naar analogie betitelde ik later 1984 als mijn rampjaar. In het begin van dat door George Orwell berucht geworden jaar, overleed onze kater Aram aan een hoofdwond, ongetwijfeld opgelopen in de voortdurende strijd met andere mannelijke soortgenoten. Aan het einde van het lopende studiejaar staakte ik definitief mijn universitaire studie Kunstgeschiedenis & Archeologie, toen mij eindelijk duidelijk was geworden dat ik veel te praktisch ben ingesteld voor het uitoefenen van de wetenschap. Een beslissing waar ik nadien overigens nooit een seconde spijt van heb gehad. Weken later ontviel ons, op de veel te jonge leeftijd van 64 jaar, mijn vader. In korte tijd werd ik dus vaderloos en werkloos en een meer dan 16 maanden durende speurtocht naar een alternatieve dagbesteding in de vorm van een betaalde baan, nam na die zomervakantie zijn aanvang.

In dit licht bezien lijkt het wellicht een tikkeltje overtrokken om 2019 ook als ‘rampjaar’ te boekstaven. Er zijn tenslotte geen oorlogen ontstaan / geweest in onze contreien en in mijn persoonlijke levenssfeer vielen er gelukkig geen overlijdensgevallen of andere zeer ernstige zaken te betreuren. Ja, mijn jongste dochter heeft in het voorjaar haar ouderlijk huis verruild, samen met haar vriend, voor een eigen appartement. Maar dat is, gezien haar leeftijd en individuele ontwikkeling, de logische gang der dingen. En om die reden verre van een drama of ramp. Als je jouw persoonlijke sores afzet tegen alle ellende die er in de wereld om ons heen ononderbroken op je afkomt, lijken alle privébeslommeringen steevast klein bier. Het eigen leed telt echter toch altijd het zwaarst en op hardloopgebied was het voor mij gewoonweg een dramatisch jaar.

Ik weet nog goed dat ik in mijn evaluatie van 2018 de impliciete wens uitsprak het jaar daarop geen enkele gelegenheid tot hardlopen te hoeven overslaan. Bijgelovige geesten zullen dan direct roepen dat ik daarmee het onheil over mijzelf heb afgeroepen, oftewel de goden heb verzocht. Die neiging heb ik achteraf bekeken ook wel enigszins, maar dat is goed beschouwd toch wel een weinig te makkelijk afgeschilderd. Het jaar begon voor mij ook gewoon goed, met in januari en februari volgens plan twee keer per week hardlopen. De eerste zondag in maart zorgde voor één van de schaarse hoogtepunten van het jaar. Hoewel de dag zijn naam geen eer aandeed, het was namelijk vooral een doorweekte (en verwaaide) dag, bracht hij mijn allergrootste loopvriend Peter ‘de haas’ de Haan naar Landsmeer. Om samen met mij de 10 Engelse mijlen te verhapstukken! Lees Peters gloedvolle relaas en mijn eigen vertelling erover om nogmaals van de hoed en de rand betreffende deze gedenkwaardige samenloop kennis te nemen.

In dezelfde voorjaarsmaand verschenen er al wat rode vermeldingen (=niet rennen) in mijn hardloopagenda. Deze werden echter veroorzaakt door regenval en niet door lichamelijke ongemakken. Vanwege die gaten in het renschema liep ik dan ook verstek gaan bij de Spiegelplasloop. Dat werd de eerste trimloop waarop ik moest verzaken en lang niet de laatste, zoals verderop nog zal blijken. In Zandvoort had ik Peter met een beetje meer mazzel onderweg tijdens de Circuitloop opnieuw kunnen ontmoeten. Maar dat mocht helaas niet zo zijn, valt in zijn verhaal en mijn wedstrijdverslag te lezen. De eerste drie weken van april verliepen volgens plan. Hoewel het verhapstukken van de Nescioloop een moeizame aangelegenheid bleek te worden. Sla er mijn epistel nog maar een keer op na. Op woensdag 24 april sloeg het noodlot eigenlijk al toe, hoewel ik dat toen nog niet als zodanig herkende. Ik had op de vrijdag en zaterdag ervoor lopen sjouwen om de eerder genoemde jongste telg te assisteren bij het overbrengen van haar spullen naar het nieuwe onderkomen. Zondags tikte ik vervolgens zonder problemen 16,1 kilometers weg. Bij de eerste hardloopstap die ik op de direct erna volgende woensdag zette, openbaarde zich stante pede een pijnlijk gevoel in mijn rug. Ik deed desondanks gewoon het traject dat ik geprogrammeerd had, iets dat achteraf gezien misschien niet heel verstandig was. De Roze loop van het aansluitende weekeinde kon ik vanwege die kwetsuur op mijn buik schrijven. De rust van het direct aansluitende, midweekse tripje naar ons grootste Waddeneiland bracht niet genoeg soelaas om mij daarna hernieuwd op de paden te doen terugkeren. Erger nog, het grootste deel van de maand mei staat rood gemarkeerd in mijn logboek. Met als laatste aantekening de Wallenloop in Naarden. Die moest ik dus voor het tweede, achtereenvolgende jaar missen. Snik, snik, snik.

Na vier weken retraite was ik wel op tijd weer klaar voor de Gaasperplasrun. Ik had zelfs voordien al zeven trainingsloopjes achter de kiezen teneinde voldoende beslagen ten ijs te komen. Veel belangrijker nog: vriend Peter kwam mij hernieuwd vergezellen, hazen en geestelijke bijstand bieden. Ook hij wilde wel eens door die Gaasperdamtunnel in aanbouw hobbelen. Al ging het rennen niet vanzelf, van de rug had ik in het geheel geen last. Dat bleef zo tot en met de Weespse Vechtloop op de laatste dag van juni. Die werd, evenals de run ervoor, aardig warm. Maar wel het derde hardloophoogtepunt van het jaar. Want dat was de inmiddels zevende samenloop met loopmaatje Peter, die ik heel hartelijk wil bedanken voor alle vriendschap en steun, zonder meer! Ook nu hield de rug zich dus gelukkig prima en ik dacht definitief van die ellende verlost te zijn. Met dat denkbeeld kwam ik echter bedrogen uit, want daags erna kwamen gevoeligheid en pijn terug. De geplande 11 km op woensdag werden noodgedwongen ingekort tot 7 km en het begin van een tweede hardlooploze periode was gearriveerd. Het werd zomer, -vakantie en erg warm, ergo fatsoenlijk rennen was sowieso een wat lastiger tot onmogelijk verhaal. Zaken waarachter ik mij derhalve met goed fatsoen kon verschuilen om de rug de broodnodige rust te gunnen. De hardloopspullen gingen niet eens mee naar onze vaste vakantiestek in Duitsland, waar ik met veel plezier al menig rondje heb gerend. Op die eerste woensdag na, is de complete maand juli bezaaid met de inmiddels overbekende rode vlekken in mijn Google Agenda. 4,5 weken stond ik deze keer noodgedwongen stil.

Pas in de eerste volle week van augustus stak ik weer van wal met, qua kilométrage, voorzichtige duurloopjes. Die gingen in eerste instantie pijnloos. Helaas ging de rug bij de vierde poging wederom zeuren, zodat ik andermaal mijn duurloop moest inkorten van 11 naar 7 km. De tijd begon inmiddels trouwens behoorlijk te dringen, want op 22 september stond de Dam tot Damloop op de rol. Dat zou mijn tiende, achtereenvolgende deelname worden en die wilde ik eigenlijk koste-wat-het-kost bewerkstelligen. Ergo, ik nam voor de derde keer (nu één week) rust, waarin ik wel twee flinke fietstochten van 20 en 35 km maakte. Tijdens het fietsen had ik namelijk hoegenaamd geen last. Deelname aan de Gooise Heideloop zat er logischerwijs, net als vorig kalenderjaar niet in. Op 29 augustus moest ik, wilde ik in Amsterdam nog een béétje voorbereid aan de start verschijnen, echt weer aan de bak. Zeven kilometer lang hield ik de rugpijn vol maar een pretje was het zeker niet. Daarna riep ik pijnstillers in de vorm van twee paracetamoltabletten te hulp. Die mij met wisselend succes verschillende afstanden deden verhapstukken. Zo rende ik de twee zondagen voorafgaande aan DtD-day ruim 15 kilometers en nam ik de laatste woensdag om tactische reden rust.

Iedere andere loop, zelfs mijn geliefde Twiskemolenloop, zou ik in deze situatie gelaten hebben voor wat hij was. Die tiende DtD moést ik gewoonweg verhapstukken! Het werd de warmste en logischerwijs langzaamste en zwaarste van allemaal. En hij ging door de hoge temperatuur en de rugpijn absoluut niet van een leien dakje. Maar ik heb hem volbracht. Neem de details nog maar eens tot je via mijn uitgebreide wedstrijdverslag. Feitelijk had ik direct aansluitend aan dat blogje dit jaaroverzicht kunnen componeren want mijn hardloopjaar kwam op zondag 22 september 2019 in de Peperstraat in Zaandam moeizaam hobbelend tot stilstand. Gelukkig wel ten overstaan van een groot en enthousiast publiek !! Daarna bleef mijn agenda maagdelijk wit. Slechts 55 keer in totaal heb ik in 2019 de renschoenen kunnen aantrekken, waarvan het voor mijn begrippen schamele aantal van zeven (7!) trimlopen. Van dit aantal waren de drie eerder genoemde samenlopen met Peter uiteraard de onbetwiste hoogtepunten en was de Dam tot Dam er ook een om nooit meer te vergeten. Want het was wellicht mijn allerlaatste loop ooit ?!?

Waar ik in den beginne en lange tijd daarna uitging van pijnlijke rugspieren veroorzaakt door overbelasting bij het tillen en sjouwen ten tijde van mijn dochters verhuizing, weet ik inmiddels hoe de vork werkelijk in de steel zit. Een röntgenfoto en een CT-scan brachten aan het licht dat vijf van mijn rugwervels zijn ingezakt. Daardoor ben ik iets meer krom en voorover komen te staan en centimeters kleiner geworden. Mede daardoor heb een raar bol buikje gekregen, want de inhoud van mijn buikholte is wat naar voren gekomen. Deze veranderde stand van mijn bovenlichaam is vanzelfsprekend ook van invloed op alle spieren. Die hebben een andere spanning gekregen en zijn daardoor pijn gaan doen. Volgens de orthopeed kan het een jaar tot anderhalf jaar duren vóór het lichaam daaraan gewend is. Deze arts vermoedt dat de inzakkingen zijn ontstaan door botontkalking, in vaktermen osteoporose genoemd. Daartoe heb ik zeer onlangs een botscan ondergaan en deze moet daarover uitsluitsel geven. Op mijn vraag of ik weer kon gaan hardlopen, antwoordde hij in eerste instantie positief, want dergelijke inspanningen maken het lichaam alleen maar sterker. Wel adviseerde hij om eerst de uitslag van de botscan af te wachten. Dit Salomonsoordeel hoor ik helaas pas begin volgend jaar, in de tweede week van januari. Tot die tijd blijf ik mij in het vagevuur c.q. de onzekerheid bevinden over een mogelijke herstart van mijn hardloopbaan. Die nu reeds drie maanden volledig stilstaat! Ik heb dus nog goede hoop, maar weet niet wat het nieuwe kalenderjaar mij op rengebied zal gaan brengen. Hobbelend de paden op en de lanen in, is eigenlijk het enige dat ik mijzelf kan toewensen.

Tenslotte: misschien niet direct een ramp, maar het verdwijnen van de site + app van Looptijden.nl per 2020 is heus geen pretje te noemen voor de Nederlandse hardloopgemeenschap. En al helemaal niet voor diegenen die sinds jaar en dag hun hart aan dit digitale gezelschap verpand hadden. En op de website hun belevenissen in prozavorm pleegden te deponeren. Ik had dat opdoeken inmiddels wel zien aankomen. Want sinds die toko was overgenomen door MyLaps, werd het snel duidelijk dat Looptijden geen kerntaak meer was. En leidde met name de site een min of meer kwijnend bestaan. Hoewel ik direct moet bekennen dat ik er nog niet actief naar gezocht heb, zou ik niet zo snel een ander Nederlands equivalent weten dat de perfecte combinatie biedt van individuele registratie- en opslagmogelijkheden en een bloggedeelte waar men de persoonlijke renverhalen met anderen kan delen. De tijd zal leren of er een redelijk alternatief voor in de plaats bestaat of komt!

2 gedachten over “2019: rampjaaroverzicht

Voeg uw reactie toe

  1. Goed dat je ondanks alle ellende toch weer een jaaroverzicht online hebt geplaatst, Arjan. Ik wens je bij deze een veel beter, gezonder en succesvoller 2020 toe!

  2. Dankjewel Jaco, voor jouw goede wensen! Bij deze wens ik jou uiteraard ook een heel gelukkig, gezond en sportief 2020 toe. Dat wij (oud-)Looptijders maar flink contact met elkaar mogen houden 😃

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

Klein, dapper en snel

Froukje haalt de finish wel!

Tobatleet

Levensloop en Levenswandel

sportlifecrisis

"Sport, ik wil er veel voor doen maar niets voor laten"