Tropische gevoelstemperaturen in Zuidoost

In het verleden, toen hardlopen voor mij nog een bijnummer was, had ik de stelregel alleen te rennen tussen 10 en 18 graden Celsius. Plustemperaturen wel te verstaan. Als ik dat criterium nu nog zou hanteren, dan zou ik (bijna) nooit hebben deelgenomen aan de Gaasperplasrun. Vooral vanwege de lage en hoge temperaturen die ik tot dusverre bij deze enige ‘run’ op mijn repertoire, voor de kiezen heb gekregen. Mijn debuut bij deze zuid-oostelijke trimloop kan ik mij nog goed herinneren. Op 23 maart 2013 was het namelijk nauwelijks boven het nulpunt en de gevoelstemperatuur was in dat extreem koude voorjaar, in ieder geval op die zaterdag tussen de MIN-10 en MIN-15, graden Celsius uiteraard. Omdat ik mij ver van te voren had ingeschreven, ben ik toen gewoon gegaan. Herinneringen aan eventuele overwegingen om thuis te blijven heb ik niet meer. Ik lees er ook niets over in mijn verslag van het evenement.

Bij de editie van vorig jaar (de run was inmiddels vanwege het Rondje Mokum verplaatst naar juni) was het behoorlijk aan de warme kant en ook bij de aflevering waarvan ik hier verslag doe, was er sprake van een temperatuur ruim boven de 20 graden. Let wel, deze loop vond half juni plaats, dus nog in het voorjaar. Omdat ik ook dit jaar al geruime tijd vooraf stond ingeschreven, ben ik uiteraard afgereisd naar Amsterdam Zuidoost. Deze keer per fiets, omdat ik een rit in een benauwde bus onder deze omstandigheden niet zag zitten. Een training zou ik op zo’n dag vanwege de warmte vrijwel zeker hebben laten schieten.

Hoe ver het was, en hoe warm
Hoe ver het was, en hoe warm

Omdat ik ter eerste opwarming altijd graag vooraf een wandelingetje maak, besloot ik mijn oude stalen ros buiten het Nelson Mandelpark te stallen. Om precies te zijn voor de ingang van het Bijlmersportcentrum. Van die plek was het een ruime vijf minuten kuieren naar de atletiekbaan. Nauwelijks onderweg die kant op, kwam mij een vrouw tegemoet met een duidelijk zichtbaar startnummer op haar renkleding. Ik kon het niet laten op te merken dat zij voor de loop toch echt de andere kant op moest. Zij repliceerde dat ze een stukje aan het inlopen was. Daar had ik uiteraard geen weerwoord meer op. Toen ik de deur van de mannenkleedkamer opentrok, stond oud-collega Patrick voor mijn neus. Dat was niet onverwacht, want hij doet dit kalenderjaar het complete Rondje Mokum, het Amsterdamse rencircuit waar de Gaasperplasrun onderdeel van uitmaakt. Ik was later op de plaats van handeling dan bedoeld en had dus relatief weinig tijd voor alle vaste zaken vooraf. Mijn tas liet ik, hoewel er een bewaakte garderobe aanwezig was, in de kleedkamer achter. Dat scheelde weer een paar minuten die ik kon gebruiken om de spieren op te warmen. Het kostte zowaar moeite om één keer mijn blaas te legen. Dat zegt wel iets over het vochtverbruik die dag. Normaal gesproken ga ik altijd wel twee keer naar kamer 100 vóór de start.

Er een heel rustige loop van maken, was onder deze weersomstandigheden het enig juiste credo. Ik dacht ook dat ik kalm uit de startblokken kwam, maar mijn Garmin gaf toch al direct 11 per uur aan. Dat was duidelijk te snel bij deze warmte, maar ga maar eens flink gas terugnemen als je je midden in het loperspak bevindt. Het was een mooi gezicht, toen ik terugkeek in de tweede bocht nog net op de baan. Daar was te zien dat het hele stuk vanaf de start, dus de eerste bocht en het rechte stuk, één lang lint van lopers was. De opkomst was dus groot, ondanks de weersituatie. Nauwelijks de atletiekbaan af en het park in, werden alle bochten en hoeken door menig deelnemer afgesneden. Weliswaar was in de nieuwsbrief al aangekondigd dat het parcours dit jaar door alle wegwerkzaamheden in de directe omgeving, iets langer dan 10 km was, toch vond ik dat gesnij niet zo’n goed idee. De eerste 2 km liep ik in rond de 5:30 minuten. Net als vorig jaar, diende de snelweg A9, inclusief de enorme bouwput voor het nieuwe tunneltracé daarvan, via een tijdelijke brug gepasseerd te worden. Precies in deze flessenhals probeerde een irritante brommerrijdster het pak voorbij te komen, met veel onnodig open- en dichtdraaien van de gashendel. Dat stoorde mij best wel, moet ik toegeven. Ik ben sowieso geen fan van die gemotoriseerde tweewielers en al helemaal niet als ik aan het rennen ben.

Hoezo veel belangstelling?

Eenmaal aan de andere kant van die A9 / Gaasperdammerweg bleek het wel erg warm in de zonovergoten, windstille Holendrechtse straat die volgde. Te heet eigenlijk, voor mijn gevoel. De 3e km, die aldaar begon, ging met 6:03 minuten dan ook direct een stuk langzamer dan de eerste twee. En dat terwijl ik toch zo vlug mogelijk aan het einde van die woonstraat naar onder de bomen in het eerste, echt beschaduwde gedeelte wilde komen. Het lommerrijke groen was een ware verademing en bood mij de mogelijkheid mijn pet even af te zetten. Zodat er warmte van mijn hoofd kon ontsnappen en mogelijk een beetje overtollig vocht verdampen. Dit ritueel herhaalde ik zodra er ergens schaduw of maar een zuchtje wind was. Daar waar de zon vrij spel had, ging het hoofddeksel uiteraard vliegensvlug weer op. Het eerst op het fietspad de wijk Reigersbos in. Vanaf het kerkje aldaar was de weg langs de gebouwen van de plaatselijke scholengemeenschap gelukkig wederom, voor mij onverwacht, in de schaduw. Ik ging daar langs een wandelende deelneemster die ik meerdere keren zou tegenkomen. Zodra er linksaf richting Gaasperpark en -plas gelopen moest worden, had de koperen ploert opnieuw vrij spel. En dat had hij vervolgens bijna 3 kilometer zo’n beetje onafgebroken. Kilometers 4 en 5 haalde allebei ik nog net onder de 6 minuten, maar daarna eiste de hitte echt zijn tol.

Aan de zuidkant van die plas had ik een paar contacten met andere deelnemers. Een man in donkere kleding zei, geheel ten overvloede, dat het warm was. Logisch dat hij dat te berde bracht met die warmte-vasthoudende kledingkleur. Een man die langsliep terwijl ik op mijn horloge keek maakte ook een opmerking, maar wat hij zei ben ik vergeten. Ik antwoordde dat ik nakeek of wij voor het donker binnen zouden zijn. Een mannelijke fietser met jonge vrouw in zijn kielzog riep dat wij kanjers waren. Ik repliceerde dat hij ook wel erg stoer was zo zittend op zijn rijwiel. Daarna kwam er een loopster voorbij die zich verontschuldigde voor de geluiden die zij maakte. Ik kon haar mededelen dat mij dat absoluut niet uit mijn evenwicht bracht. Kwam mijn eeuwige medestrijdster uit het Hardloopspel-tegelklassement daar voorbijlopen? Zij staat inderdaad in de uitslag, dus dat zou haar best geweest kunnen zijn. Ook Marijke staat in de lijst met binnenkomers, maar haar heb ik helemaal niet gezien. Evenmin als enige andere voor mij bekende namen. Onder de deelnemers bleek later trouwens Howard Komproe de cabaretier, te zijn. Ook hem heb ik niet mogen aanschouwen.

Patrick in volle run
Patrick in volle run

Het werd onderhand hoog tijd voor de waterpost, waar ze ongetwijfeld ook natte sponzen zouden uitdelen. Ik pakte er meteen maar twee en een beker water. Excuus genoeg om even te gaan wandelen in mijn optiek. Een derde spons durfde ik niet aan te vatten, uit angst om voor te gulzig versleten te worden. De eerdergenoemde wandelende dame kwam een paar keer langsrennen om telkens daarna te gaan wandelen. Aan de oostkant van de Gaasperplas, nam zij ineens plaats achter een haag om haar blaas te legen. Een andere loopster ging aan het eind van dezelfde struikenrij eveneens naar de andere kant van de weg. Ook om te urineren? Nee, zij maakte contact met een medeloopster net achter zich om te vragen of zij op haar moest wachten. Een man in een scootmobiel met een zwarte hond die hem leek voort te trekken, kwam voorbij. Liet hij die hond niet veel te veel inspanning leveren bij deze hoge temperaturen? Daarna ging hij vrij hinderlijk voor de lopers hetzelfde bruggetje over en op het eerste stukje pad onder de bomen tussen ons in. Het bleek dat hij met de hond naar het water van de plas ging, naar ik aanneem om het dier te laten zwemmen. Mijn irritatie over zijn wat hinderlijke aanwezigheid was op slag verdwenen.

Er waren veel wandelende deelnemers, wat alleen maar logisch is bij een dergelijke hitte. Zelf had ik dat ook al een keer gedaan en daarnaast als vanzelfsprekend vrij veel gedronken. In het bosgedeelte van het Gaasperpark liet ik mij voor de tweede keer verleiden tot een stukje kuieren. Bijbehorende kilometer nr. 8, verliep dan ook in 7:01 bij 8.55 per uur. Die wetenschap vond ik op dat moment niet erg boeiend. Ik benutte veelvuldig de veroverde sponzen om (voor-)hoofd en nek zo consequent mogelijk te koelen. Dat mijn zonnebril daarbij ook nat werd en waterdruppels mijn zicht af en toe belemmerden, nam ik bij wijze van uitzondering voor lief. In de wijk Nellestein stond een zeer enthousiaste man met 3 kleine kinderen ons lopers aan te moedigen. Ik heb speciaal voor hen een kleine omweg gemaakt en ze allemaal een lage vijf gegeven. Die hadden ze in mijn beleving absoluut verdiend. Even daarvoor maakten de omlopenden het wel erg bont met afsnijden. Daar waar aan het einde van een breed pad duidelijk een pijl naar links te zien was namen ze tientallen meters eerder de kortere weg direct langs het appartementengebouw aldaar. Omdat ik voor mijzelf toch wel het idee wil hebben dat ik echt 10 km loop als ik mij inschrijf voor een loop van die afstand, liep ik als enige stoïcijns rechtdoor. Je kunt jezelf ook teveel voor de gek houden!

Nog even volhouden!

Schaduw en wind zorgden af en toe voor een klein beetje verkoeling, maar er waren stukken echt heel erg warm. Zoals tijdens de laatste twee kilometers. Daar signaleerde ik derhalve opnieuw veel wandelende lopers. Ik kreeg zelf de neiging dat ook voor de derde keer te doen, maar ik kon die gelukkig bedwingen. De inloopatlete van voor de start kwam mij nu al joggend tegemoet. Ten tweeden male kon ik mijn mond niet houden en kreeg een bevestigend antwoord op mijn vraag of zij inderdaad aan het uitlopen was. Een lange, wandelende jonge vrouw kwam in zicht. Ik kreeg plotsklaps het gevoel haar bijstand te moeten verlenen, zei in het voorbijgaan dat we in de laatste kilometer zaten en gaf haar een van mijn sponzen. Zij ging direct met mij meerennen en ik dacht haar naar de eindstreep te zullen slepen. De dame in kwestie liep echter subiet langs mij en beende weg. Te snel voor mij om de aansluiting te behouden. Zij gaf mij, als goede samaritaan, dus eenvoudig het nakijken. Ondank is ‘s-werelds loon, zullen we maar zeggen. Ik riep haar nog wel na dat de vermoeidheid tussen haar oren zat en zij kon niet anders dan een teken geven om deze bewering te beamen.

Ik had besloten niet te versnellen op het laatste stuk naar de meet. Als anderen mij te elfder ure nog wilden verslaan, moesten ze dat maar lekker doen. Het zou mij aan mijn derrière oxideren. Een man die ik ook meerdere keren had zien wandelen ging die uitdaging succesvol aan. Het zij zo. Mijn horloge heeft 10.110 km geregistreerd. Die laatste 110 meters op de baan heb ik blijkbaar toch ineens nog een snelheid van 11,31 per uur weten te ontwikkelen. Geheel onbewust heb ik blijkbaar nog eventjes flink aangezet, want de 2 km daarvoor liep ik ruim onder de 10 per uur. Klaarblijkelijk een ingeslepen gewoonte, dan wel traditie, dat snellere eindschot. Door de hitte en het wandelen heb ik voor het eerst ooit een tijd ruim boven het uur gescoord: 1:01:50. Jammer maar helaas. Het volbrengen van deze zware tocht op een tropisch aanvoelende dag met ook zeer hoge zonkracht (ik zag trouwens best veel loopsters met blote schouders) was de hoofdzaak. In die opzet ben ik dus wonderwel geslaagd. Het leverde mij, na de Nescioloop, bij georganiseerde loop nummer 65 mijnerzijds, een tweede mooie Rondje-Mokummedaille op. Na in de veel te warme en erg vochtige kleedkamer de natte renkledij voor droge te hebben verwisseld, ben ik heel rustig aan teruggewandeld naar mijn fiets en vervolgens even bedaard vanuit het meest tropische stukje Nederland naar huis gepeddeld. Het was best lekker fietsweer, die dag.

Ook gepubliceerd op Looptijden.nl

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

Klein, dapper en snel

Froukje haalt de finish wel!

Tobatleet

Levensloop en Levenswandel

sportlifecrisis

"Sport, ik wil er veel voor doen maar niets voor laten"