De korte terugkeer na de lange absentie

​Pal vóór de eindstreep zag hij dat zijn chronometer nog luttele tikken van de 29-minutenkaap verwijderd was. Onbewust zette hij aan, terwijl hij besefte dat binnen die tijd finishen geen haalbare kaart meer was. 2 seconden erover was hij klaar. Dat was tóch een stukje vlotter gegaan dan hij vóóraf had gedacht. Hij hoopte zelfs nog dat de officiële tijdwaarneming die 2 seconden er vanaf zou halen om op een mooie, ronde tijd uit te komen. Uithijgen was wel even nodig maar hij was niet écht moe. De gebruikelijke drie uitwandelrondjes over de baan, kostten hem dan ook absoluut geen moeite. Voldaan over het feit dat hij de eerste seizoensaflevering van zijn favoriete loop niet had hoeven missen, zocht hij de herenkleedkamer weer op.

Foto: Jan Horstman

Hoe anders had het er eerder in de week voor hem uitgezien. De dag ná een doorweekte Dam tot Damloop, had hij, traditiegetrouw, via het web zijn seizoenskaart aangeschaft en doelbewust de 16,1 km aangevinkt. Met het oogmerk minimaal in die modus te blijven en daarna zijn afstanden verder op te schalen. Zijn vijfde halve marathon lopen bij de volgende aflevering op 4 november, uiteraard ook in het Twiske, was het ultieme doel. Niets was er aan de hand in de dagen nadat hij met duizenden anderen een nat pak had gehaald tussen Amsterdam en Zaandam. Op zijn gebruikelijke midweekse loopdag direct aansluitend, was het prachtig, zonnig weer met een alleszins redelijke temperatuur. Dus deed hij een fijn, rustig duurloopje van 11 km. Een dag later kreeg hij ineens pijn onder zijn linkerhiel en in het weekeinde begonnen de griepverschijnselen in de vorm van hoofdpijn en pijnlijke, slappe benen.

De spreekwoordelijke bui hing dus plotsklaps in de lucht! Dat werd niet trainen en zijn deelname aan de eerste editie van de nieuwe reeks Twiskemolenlopen een ruime week later, kwam in gevaar. Echt ziek werd hij niet, alleen zijn hoofd protesteerde dagelijks heftig tegen actieve zaken. In de tweede helft van de volgende week zakte de pijn in de hiel weg en werkte het hoofd ook langzaam maar zeker beter mee. De dag vóór de TML was hij toe aan een kleine test, bond een paar droge renschoenen onder en draafde een superlangzame kilometer langs het kanaal. Hij wandelde nog wat en voeten, benen en hoofd hielden zich goed. Test geslaagd, derhalve! Het enorme voordeel bij de Twiskemolenloop: een groot aantal te rennen afstanden en de mogelijkheid op het laatste moment alsnog een andere keuze te maken. Voor de zekerheid deed hij via e-mail navraag bij de organisatie en kreeg als antwoord dat aanpassen inderdaad geen probleem zou zijn.

Met een beetje hartzeer maar wel verheugd dat hij in ieder geval niet verstek hoefde te laten gaan, ruilde hij op de wedstrijddag zijn geplande 10 Engelse mijlen in voor de in zijn beleving kortst denkbare afstand, de 5 km. Een rondgang van 3 kilometer zou ook nog mogelijk zijn geweest, maar die afstand heeft geen plek in zijn portfolio. Één keer eerder, alweer ruim 4,5 jaar geleden had hij, eveneens in een periode van lichamelijke malaise, deze opwarmafstand al eens verhapstukt. Toen had hij het rondje om de Twiskemolen nog in 24,5 minuten afgeraffeld en met 12,27 per uur zijn hoogste snelheid ooit bij een trimloop gescoord. ‘Times were when, times were when, times that won’t be back again’, zong een vijftal katten uit het bekende palingdorp een eindje verder naar het noorden ooit. Nu ging hij ervan uit dat hij tot 35 minuten nodig zou hebben om van start tot finish te gaan. Kalm aan, dan zou het lijntje niet breken! Hij mocht van zichzelf dus desnoods 7 minuten over een kilometer doen, als hij maar deelnam.

De deelnemers aan de langste twee afstanden waren al vertrokken. Alleen de zich tergend langzaam voortbewegende oudere man, die hij tijdens zijn inlooprondje op het sportpark toevallig ook was gepasseerd, was nog bezig aan de laatste meters op de baan alvorens hij het Twiske zou inschuifelen. Deze man was later niet terug te vinden in de uitslag. Waarschijnlijk was hij pas binnengekomen nadat de tijdregistratie-apparatuur al was opgeruimd. Of hij had de 16,1 km waarvoor hij had ingeschreven, niet kunnen voltooien. De startplek voor de 5 km was nog even een verrassing. Niet daar waar de matten lagen onder de opblaasboog met Start / Finish erop, maar een eind naar achteren bij de verste bocht. Rond de startplaats bevonden zich nog erg veel renners, waaronder talloze Volendamse Meeuwen in gele kledij. Een hele zwerm was dat. Onze man dacht dat ze allemaal op ‘zijn’ start aan het wachten waren, maar het gros ging staan voor de 10 km. Logisch eigenlijk, want dat is hier steevast de verreweg populairste afstand. Een schier eindeloze rij bewoog zich vervolgens over de baan en het sportpark af. Het aantal lopers voor de 5 km stak daar in zijn ogen maar schril bij af.

De Zuidwestplas (foto: Jan Horstman)

Aan de lange zijde, vlak naast de wagen met de registratie-apparatuur stond een fotograaf met apparaat in de aanslag. Geroutineerd als hij was, bewoog hij zich, eenmaal gestart, tijdig zo ver mogelijk die kant op om vol in beeld te komen. En op die manier optimaal op de korrel te kunnen worden genomen. Op het moment-suprême schoof er aan die kant echter een troepje jeugdige renners langs dat daardoor precies hinderlijk in de weg liep. Groot was zijn verbazing diezelfde jeugdige delinquenten even later op het gras naast het pad dat naar de Twiskepolder leidde, stil te zien staan. Ze waren allemaal rek- en strekoefeningen aan het doen. ‘Haastige spoed is zelden goed’, ging er door zijn hoofd. Hadden ze maar vóór de start de spieren moeten losmaken. Op bijna dezelfde plek werd hij op de terugweg trouwens door twee van deze jonge lieden, een jongen en een meisje, weer ingehaald. Het lukte hem nu zowaar eens een keer om niet te snel van stapel te lopen. Rond de 10 per uur gaf zijn horloge aan, precies zoals hij vooraf had begroot. En van het begin af aan ging het rennen best lekker soepel. Hij was blij verheugd na een veel te lange afwezigheid weer zijn geliefde Twiske in te kunnen stiefelen.

Foto: Jan Horstman

Ieder nadeel heeft zijn voordeel, een waarheid als een koe! Daar waar je bij de langste drie afstanden in het begin de Twiskemolen steevast links en bijna aan het einde rechts laat liggen, gaat het parcours bij de 3 en 5 km pal voorbij aan en om deze naamgever en blikvanger van de onderhavige trimloop heen. Bij zijn laatste ren, ruim zeven maanden geleden, had de molen nog in onthoofde staat verkeerd. Maar nu waren kap en wieken gelukkig weer in volle glorie hersteld en in actie! De molenaar had voor deze gelegenheid de wieken zelfs voorzien van fraaie TML-banieren. Voor de geïnteresseerden: de molen staat op een stukje van Het Luijendijkje tussen het water van de Zuidwestplas en De Kleine Braak. Mooi om een keer daar voorlangs en omheen te mogen rennen. Pal vóór de molen was een vrouw met haar slimme telefoon een filmpje van het eenzame, hoge bouwwerk aan het maken. Een meisjespeuter drentelde om haar heen. Een van de hoffotografen had hier ook plaatsgenomen en liet zich overduidelijk inspireren door de fraaie aanblik. Een eindje verderop leidde de route rechtsaf. Zoals gebruikelijk had hij mensen opgeraapt en was hij zelf door anderen weer voorbijgestreefd. Achter hem klonk wat geroep en zich omdraaiend zag hij juist hoe een voorfietsster de snelste loper van de 3 km een smal, halfverhard wandelpad op leidde. Hij was toch wel verbaasd om te zien dat het ging om een vrij jonge maar wel volwassen man. De 3 km was toch meer een afstand voor jeugdige lopers die de kidsrun al ontgroeid waren? Enfin, ieder zijn meug zullen we maar zeggen

De Kerkebreek (foto: Jan Horstman)

Een krap half uur is snel voorbij en er valt uiteraard minder te zien en te beleven dan bij de dubbele of nog grotere afstanden. Even voor de lange houten brug in de Pikpotweg, die voorheen ook onderdeel was van het halve marathonparcours, liepen wat wandelaars. Waaronder een vrouw met Aziatisch uiterlijk die van die kant de molen met haar smartphone vereeuwigde. Daar waar de route aansloot op die van de langere afstanden stond een vrijwilligster in hardloopkleding iedereen luidkeels goedemorgen te wensen en linksaf een ander deel van Het Luijendijkje op te dirigeren. Hier bevond hij zich weer op vertrouwd terrein. Hij kwam er later thuis achter dat deze keer zijn vijfentwintigste deelname aan deze loop was. Minstens even zovele malen had hij daar dus al eens gerend. En nog steeds sloeg de verveling bij hem niet toe! De eerste twee kilometers gingen in 5:48 en 5:45 minuten. Nummer drie was met 5:46 nauwelijks langzamer dan die ervoor. De cadans was prima en hij had niet het gevoel te zullen verslappen of moe te worden. Daarom bleef hij in dezelfde snelheid volharden.

Foto: Jan Horstman

Net vóór hij drie-vijfde van zijn ren had voltooid, werd hij bijgehaald en overlopen door een jongeman van hooguit 12 of 13 jaar. Ook dat kan gebeuren en hij raakte er niet van uit zijn evenwicht. Sterker nog, het inspireerde hem er nog een kleine schep bovenop te doen. Hij bleef dan ook redelijk in de buurt van de jongeling. Iets voor hem liep al geruime tijd een dame en hij zag dat hij langzaam maar zeker op haar in liep. Op pak-hem-beet 3,75 km, waar Het Luijendijkje andermaal gereikt werd, kon hij haar inrekenen. Korte tijd liepen ze gelijk-op, maar de dame moest al spoedig passen en bleef wat achter. Kilometer nummer 4 ging met 5:44 minuten bij 10,46 per uur een fractie sneller dan zijn voorganger en ondanks dat hij liever nog veel langer in Het Twiske was gebleven, gaf het zicht van de haven hem toch vleugels. Na de vier luttele kilometertjes was hij gewoon nog lang niet moe, ook niet na de korte kwakkelperiode die er direct aan voorafging. Volgens Garmin raffelde hij de laatste volle 1000 meter af in 5:34 bij 10,76/uur. En aangezien GPS staat voor Geen Precies Systeem, registreerde zijn Forerunner 88 additionele meters, tijdens welke hij zelfs een snelheid van 12,72 km per uur zou hebben gehaald. Noem dat maar niet netjes na een ruime week van zwakte, ziekte en misselijkheid!

Kort vóór het weer bereiken van de baan had hij de jongeling vrijwel weer teruggepakt. Die keek echter net om, gaf wat gas bij zoals jeugdigen dat nog zo makkelijk kunnen en beende opnieuw bij hem weg. Zijn officiële eindtijd van organisatiewege was 4 seconden minder gunstig dan zijn eigen registratie: 29:06 minuten. Een kniesoor die daarop let, maar toch vertrouwde hij in dit geval zijn eigen tijdmeting beter dan die van RaceTimer. En dat vooral omdat hij altijd conservatief meet en er geen matten lagen op de plaats waar zij van start gingen. In de kleedkamer was de voertaal Volendams, maar gelukkig beter verstaanbaar dan hij in het verleden bij andere sporten weleens had meegemaakt. De puur Volendamse tongval is voor de buitenstaander echt niet te volgen. Op een tijdstip waarop hij normaal gesproken zich nog ergens in de polder bevond, had hij nu al droge spullen aangetrokken, zijn natte renkleding in de tas gepropt en was hij klaar om huiswaarts te keren. Want ook een klein half uur rennen maakt hongerig en dorstig, wat op de atletiekbaan blijven hangen duidelijk in de weg staat. En hij was voldaan, want hij had, als was het kort, toch maar mooi gelopen in het Twiske en de inspanningen glansrijk doorstaan.

Ook gepubliceerd op Looptijden.nl

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

Klein, dapper en snel

Froukje haalt de finish wel!

Tobatleet

Levensloop en Levenswandel

sportlifecrisis

"Sport, ik wil er veel voor doen maar niets voor laten"