Bedankt voor de muziek, dames!

Een paar weken geleden deed ik voor het eerst sinds lange tijd weer eens een duurloop met muziek op mijn oren. Ik koos voor de afspeellijst met liedjes van vrouwelijke artiesten. Al spoedig kwam het welbekende ABBA-nummer ‘Thank you for the music’ langs. En wel in de prachtige uitvoering van actrice Amanda Seyfried, alleen haar vrij hoge stem begeleid door een huppelende piano. Luisterend naar dat lied, kreeg ik een ingeving: de halve marathon in Het Twiske aanvallen met muzikale ondersteuning. In alle 84 trimlopen die ik tot dan had verhapstukt, had ik nooit eerder een beroep gedaan op muzikale support. Er zou dus ook sprake zijn van een heuse primeur!

Foto: Erika van den Berg

Met de titel van het ABBA-lied had ik meteen de meest geëigende titel voor dit verslag te pakken! Bij de eerstvolgende gelegenheid liep ik 18 km met klassieke, orkestrale muziek als duwtje in de rug. Voor de TML zou ik echter terugvallen op mijn favoriete lijst met deuntjes van allerlei populaire genres: veel bluegrass, americana, aan folk gelieerde muziek en noem maar op. Wel deed ik te elfder ure wat aanpassingen aan die lijst: langzamere en bij mij iets minder geliefde liedjes werden verwijderd, het klassieke (gitaar-)’Concierto de Aranjuez’ van Joaquín Rodrigo werd toegevoegd om de speelduur te verlengen en de nummers die mij het meest stimuleren (bijna de volledige cd ‘At the Ryman’ van Emmylou Harris) werden meer naar achteren in de lijst verschoven. Dan had ik daar in de moeilijke laatste fase van de loop het meeste aan.

Het geschiedde echter niet zoals ik het mij van te voren had ingebeeld. Om te beginnen dreigde de weersomstandigheden mijn halve in het water te laten vallen. Net als precies een jaar eerder toen het die zondag begin december heel hard ging sneeuwen. De neerslagsoep werd op zondagochtend gelukkig niet zo kletsnat gegeten als hij de dagen eraan voorafgaand werd opgediend. Ik ging daarom welgemoed op weg naar Landsmeer, rijdend in de voor ons nieuwe auto die wij sinds een tweetal weken rijk zijn. De elektronische apparatuur in deze vrij jonge voiture is weer wat geavanceerder dan die van de vorige. En dus ging de cd-speler vrolijk verder met het nummer dat ik het laatst had beluisterd op de cd die ik erin stopte. Terwijl ik juist de eerste track had uitgekozen ter extra motivatie en route naar mijn rondgang door de Twiskepolder. Dan bedoel ik ‘Rider on the plain’ van Virgil Thomson, door mij in een eerder stadium al omgedoopt tot ‘Renner in de polder‘, zoals trouwe lezers zich wellicht zullen herinneren. Enfin, ogenschijnlijk een gebeurtenis in de kantlijn maar achteraf gezien waarschijnlijk een teken aan de wand.

Foto: Erika van den Berg

Niet alleen had ik redelijk serieus getraind op deze voor mij maximale afstand, ook had ik mij daags tevoren minutieus voorbereid op de grote gebeurtenis. Alle in mijn ogen benodigde kledingstukken, schoenen en andere hulpstukken waren alvast uitgezocht en een verdieping lager gehaald. De zieltogende batterij van een oude slimme telefoon, die aan zijn laatste klusje zou beginnen, was tot de nok toe volgeladen. De afspeellijst was, zoals eerder vermeld, geactualiseerd en geoptimaliseerd. Kortom, alles was compleet in de startstand voor die rap naderende hallucinatieve halve. Op de ochtend des handelings zelf, zou ik het muziekprogrammaatje op de aloude Acer thuis alvast in gereedheid brengen om zijn onmisbare werk te kunnen gaan verrichten. Alleen ja, die onbarmhartige klok ging voor de zoveelste maal rapper dan ik voortgaan kon. Derhalve was het twee voor twaalf en spoed geboden om in de voiture te stappen en koers te zetten naar ‘Landslake’, zoals de plaatselijke basketballers van ‘Landslake Lions’ de naam van hun dorp in de clubnaam verwerkt hebben.

Dan de muziekspeler maar ter plaatse, in de kleedkamer in gereedheid brengen! Daar leek het drukker dan ooit. Ik had nog weinig tijd en zoveel te doen: startnummer opspelden, blaas legen (liefst tweemaal!), onmisbare attributen (gordel met waterfles en armband met telefoon) en een pakje melk meenemen dat ik buiten dicht bij de gebouwen leegdronk. Echt tijd om het gebruikelijke rondje over het sportpark in te lopen, was er niet eens meer. Vijf minuten voor het startschot nog een keer naar binnen naar het urinoir. Bleek ik in de haast mijn fles in de tas te hebben laten zitten. Gelukkig kwam ik nog net op tijd tot dat inzicht. En intussen had zich in mijn hoofd het idee genesteld dat het muziek-appje op de bedoelde plek scherp stond en dat een druk op de knop mijn lijst vanaf het eerste nummer zou doen afspelen.

Ik had al besloten daarmee te wachten tot ik de baan verlaten zou hebben, want daar schalde al muziek uit de luidsprekers en was het sowieso een drukte van belang. Op het pad richting de polder drukte ik op het knopje van de oortelefoon. Er klonk muziek en ik had direct in de smiezen dat ik in de stress iets wezenlijks had nagelaten. Ik hoorde namelijk niet het openingsnummer ‘Planets’ van Kate Rusby, maar een nummer helemaal aan het einde van de lijst, dat ik de vorige dag bij het aanpassen van de lijst kort had beluisterd. Direct erna volgende de ultieme song ‘Going home’ van Mary Fahl. Dat lied had ik bewust geheel onderaan geplakt als een soort rustige afsluiting na gedane inspanningen. Maar nu ging ik in het geheel niet naar huis, nee, nog lange niet! Ik had mijn monstertocht door de Twiskepolder koud aangevangen!

Koortsachtig liep ik te bedenken hoe nu te handelen. Voorlopig liet ik Mary haar prachtige lied maar zingen. Bij mijn weten had ik in de instellingen van Rocket Player de mogelijkheden om de hoofdtelefoonknop te gebruiken eveneens geoptimaliseerd. Eerst maar eens proberen of ik met een paar drukken de muzieklijst een eindje in zijn achteruit kon krijgen. Dat lukte van geen kanten en het enige resultaat was dat Mevrouw Fahl telkens opnieuw begon te roepen dat ze naar huis ging. Nu zingt deze dame prachtig, maar het idee om ruim twee uur lang hetzelfde gekweel te horen bezorgde mij al rillingen over het ganse lijf. Dan was er maar één echte oplossing: de smartphone uit de armband, die ik vanwege het buiige weer onder mijn jasje droeg, te halen, het scherm activeren en proberen naar het begin van de lijst te komen. Daarbij gaan wandelen of stilstaan was wat mij betreft absoluut niet aan de orde, dus de actie diende rennend afgehandeld te worden. Ik was intussen al bij de vaste verblijfplaats van mijn Caledonische vriendinnen aangeland, toen ik deze actie inzette.

Afspeellijst dames deel 1

Jasje uitdoen en om het middel knopen, armband rustig van de arm pakken en Acer uit die plastic hoes halen. De plug van de koptelefoon was door een speciaal daarvoor aangebracht gaatje in de bovenste afscherming van de drager in de smartphone gestoken. Dus die moest er eerst nog uit, daar bleek geen ontkomen aan. Al rennend een toestelcode intikken is geen sinecure, maar het lukte grandioos. Minder succesvol was mijn poging om naar de bovenkant van de favoriete afspeellijst te bladeren. Dat ging van geen kanten. Dan maar een stapje terug naar het overzicht met lijsten en nogmaals pogen het gewenste resultaat te bewerkstelligen. Ineens hoorde ik Beverly Craven haar enige hit vertolken. Dat was niet de bedoeling, want de rest van dat album kan mij niet echt bekoren en is veel te kort om mij het hele Twiske door te slepen. De eerste andere lijst die ik in de gauwigheid zag was die met de zingende vrouwen. De wanhoop bijna nabij, drukte ik daar maar op en vervolgens op het eerste item. Gelukt! Ik had muziek waar ik wel op verder kon, al was het niet helemaal van harte. Want ik had mijzelf nu eenmaal in het hoofd gezet dat ik zonder deuntjes het niet zou gaan redden. Judy, Joni en Karla, luisterend naar de achternamen Tzuke, Mitchell en Bonoff, kwamen mij derhalve te elfder ure uit de brand helpen.

De Stootersplas bij onbewolkte omstandigheden (foto: hanshike.nl)

Op één stap in de berm na, was ik gelukkig op het verharde pad gebleven. Bij de Stootersplas, waar de twee langste afstanden steevast omheen draaien, had ik eindelijk weer de gelegenheid om mij heen te kijken. Joni zong net: ‘I’ve looked at clouds from both sides now, from up and down and still somehow’ en geloof het of niet, boven het donkere met golfjes bedekte water van de plas hingen zo mogelijk nog donkerder wolken! De eerste drie kilometers gingen voor mijn doen best vlot, net of ruim onder de 6 minuten. De volgende ging vanwege dat gepruts met de muziek een stukje langzamer. Al die tijd duwde de wind prettig in de rug of kwam schuin van achteren. Ter hoogte van de drinkpost was het even spitsuur omdat er allerlei 10 km-lopers kwamen langszeilen. Ik ging direct na de watertafels links lopen omdat ik meters verder scherp die zijde op moest. Één loper wilde mij eigenlijk nog links passeren, maar dat ging niet meer. Een aanvaring werd gelukkig juist voorkomen doordat hij soepel naar rechts dook. Een paar bochten verder werd een regel uit Joni’s lied ineens bewaarheid: ‘They rain and snow on everyone’. Die donkere waterdamppartijen van even terug, deden plotsklaps hun sluizen open. Er vielen geen heel grote regendruppels, maar wel kwam er een dicht waterscherm omlaag. Dat noopte mij om fluks het renjasje van het middel te trekken en terug aan te doen.

Een vrouw gekleed in overwegend zwarte kleding, die mij eerder al was gepasseerd maar gestopt bij de drank, kwam ten tweeden male langs mij heen. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om aan te haken en over een afstand van ongeveer duizend meter liepen wij gelijk op. Toen vond mevrouw het blijkbaar genoeg, want zij zette aan en ging er, langzaam afstand nemend, vandoor. Het hemelwater viel nog steeds en het werd best hinderlijk toen ik na bijna een derde van de afstand en het passeren van twee gladde veeroosters wederom scherp linksaf sloeg en de harde wind schuin van voren en zodoende tegen kreeg. De helpende zangeressen waren op slag veel minder goed hoorbaar en mijn snelheid daalde schrikbarend. Ga maar na: kilometer 7 deed ik in 5:53 minuten bij 10,2 per uur en de volgende in 6:30 minuten bij 9,2/uur. En het werd nog erger want op het noordelijkste punt van het parcours draaiden we met twee bochten naar het zuidwesten en nu pal tegen de wind in. Op Looptijden.nl heb ik genoteerd dat de wind kracht 4 of 5 was maar Garmin Connect hield het op 35 knopen, zijnde windkracht 8 op de schaal van Beaufort. Hoe dan ook, ik had het gevoel nauwelijks meer vooruit te komen en de wind gierde zo krachtig langs mijn oren dat ik echt niet meer kon verstaan met welke liederen de dames trachtten die harde wapper met een duwtje in mijn rug te compenseren.

Afspeellijst dames deel 2

Een vervelende bijkomstigheid was dat dit lange, rechte stuk aan de noordwestzijde van de Twiskepolder een kleine 2000 meter vechten tegen de elementen betekende. Ergens aan het begin van dat stuk, keek ik schuin naar links over achter elkaar liggend: de weilanden, het water van de Nieuwe Twiske en de Stootersplas. Daar zag ik in de verte direct aan de plas een groot huis. ‘Als ik daar nu maar vast was, had ik de helft van de halve alvast verhapstukt’, ging er door mij heen. Voorlopig werd het dus bikkelen om die 2 kilometer open terrein te overbruggen en de luwte van het geboomte te bereiken. Uiteraard was het hier, gezien de weersomstandigheden, niet echt druk op een enkele wandelaar en mountainbiker na. En zo nu en dan werd ik voorbijgestreefd door medeparticipanten. Intussen stopte het ook met regenen en bleef het verder de hele rit droog. De negende kilometer kostte mij 6:52 minuten en ik haalde slechts een snelheid van 8,75/uur. Uiteindelijk kwam ik aan de lijzijde en direct ging het voortbewegen beduidend soepeler. De geleverde extra krachtsinspanning had echter wel ontegenzeggelijk zijn tol geëist, want de hele verdere rit haalde ik de 10 per uur niet meer.

Foto: Erika van den Berg

Het moge duidelijk zijn dat ik mij aan de staart van het langeafstandspelotonnetje voortbewoog en er waren dan ook nauwelijks lopers waaraan ik mij kon optrekken of die ik als richtpunt kon benutten. Alleen de renners die mij reeds hun hielen hadden laten zien en een vrouw in een oranje shirt zag ik vóór mij. Op die laatstgenoemde leek ik terrein te winnen. Er waren echter nog vele kilometers voor nodig om haar uiteindelijk in te rekenen. Als dat moment aan de beurt is, zal ik erover verhalen. Weinig tot niets valt er te melden over ‘rondes’ 10, 11 en 12, behalve dat het beste er bij mij eigenlijk al af was en dat het een kwestie van doorgaan en volhouden werd. Mijn hartslag zat al enige tijd hoog in de 160 en kwam na 12 km voor het eerst op 170 uit. Ik was weer terug bij de hooglanderweide en besefte dat ik die bij de eerste langsgang geen blik waardig had gekeurd, druk als ik was met de muziekperikelen. Van de ‘bonnie lasses’ was echter geen spoor te bekennen. Er kwamen hier wat mannen, die al 4000 meter verder waren in hun rondgang, mij tegemoet. Een bocht en bruggetje verder was ik ‘Alone again naturally’, om Gilbert O’Sullivan te citeren. En onderwijl nieuwsgierig of achtervolgers die ik eerder had gespot, mij reeds op de huid zaten. Dat was nog niet direct het geval, maar geschiedde een eindje verder tijdens de kilometers 14 en 15, kan ik achteraf vaststellen.

Afspeellijst dames deel 3

Redelijk moe geworden, had ik mijzelf toegezegd net als de vorige keer na de drankpost even een stukje te mogen wandelen. De liedjes van Joni, Judy en Karla waren namelijk lang niet allemaal zo temporijk en inspirerend dat ik de Twiskepaden fluitend op en af liep. Dat geldt overigens niet voor de zeer genietbare live-uitvoering van ‘You turn me on, I’m a radio’ (‘When you’re driving into town with a dark cloud above you’, weer die donkere wolken!) van Joni Mitchell, waarin ze een schitterend duet aangaat met de elektrische gitaar. En al evenmin voor het opzwepende ‘Sportscar’ van Judy Tzuke (‘I don’t care who you are, you’re not putting your car in my garage’). Ik had mijzelf inmiddels in het hoofd gezet dat de drinkpost na ongeveer 16 kilometers moest staan. Dan zou ik na de wandeling, hopelijk lichamelijk iets verfrist, het laatste deel van de missie attaqueren. Voorbij de tafels zette ik de tanden toch maar op elkaar en hobbelde stoer in draftempo door. Meters verderop gaf mijn Garmin opnieuw een kilometer aan en dat bleek pas de veertiende te zijn. Oeps, dat kwam even als een koude douche. Edoch wist ik mijzelf gelukkig geestelijk snel te herpakken en zette, opnieuw langs de boorden van de grote plas maar nu in tegengestelde richting, de achtervolging in op een renner die mij kort daarvoor voorbij was gestoken. Hij leek iets terug te vallen en een opraping lokte.

Plotsklaps zag ik ter rechterzijde twee van de Schotse runderen in een smalle weide vlak bij het water staan. Dat deed mij even deugd maar ik trap een open deur in als ik gewag maak van het feit dat het rennen steeds zwaarder viel naarmate de vermoeidheid toenam. Oh, had ik nu maar de steun van mijn favoriete hardloopnummers ‘Get up John’, ‘Guitar town’, ‘Scotland’, ‘Smoke along the track’ en andere spetterende Emmylou-songs in mijn oren. Met flitsend banjo-, gitaar- en mandolinewerk waarvan je als vanzelf harder gaat rennen! De liedjes die ik nu hoorde waren te traag en irriteerden mij soms zelfs even, zoals ‘Fireflies’ van Caroline Herring, die de gelederen van de drie andere zangeressen was komen versterken. Even overwoog ik zelfs om op de knop te drukken en een einde te maken aan de muzikale omlijsting. ‘Samen uit, samen thuis’ was echter mijn motto. Dus net als ik het stemmetje in mijn hoofd dat vertelde dat ik wel mocht wandelen had overwonnen, kwam ik ook deze kortdurende ontstemdheid te boven.

De eerder genoemde man was ik tot op korte afstand genaderd en ook de vrouw in het oranje shirt kwam steeds dichterbij. Net voor we op 3 kilometer van de finish waren, zat ik in het kielzog van de man en ging ik achter hem aan de dame voorbij. Ik was mij bewust van het feit dat van dat laatste stuk een aanzienlijk deel tegen de wind inging maar was echter vastbesloten om niet af te laten en te blijven rennen, hoe langzaam ook. Nummertje 19 ging nog juist boven de 9 per uur, wat niet geschreven kan worden over de laatste twee ‘omloopjes’, waarin ik dicht naar de 7 minuten per kilometer ging. Ik hield echter stug vol en weigerde te versagen. Waarbij de gedachte dat dit weleens mijn laatste halve marathon zou kunnen zijn, ruimschoots de gelegenheid kreeg zich in mijn brein te nestelen. Tijdens het ultieme stuk op de baan, haalde ik zowaar nog een snelheid van tegen de 10/uur uit het vermoeide lijf. In de allerlaatste bocht gaf Garmin ongeveer 2:13:40 uur als totaal verstreken tijd aan en ik wist dat ik niet binnen de 2:14 zou eindigen. 16 seconden erbij opgeteld werd mijn netto eindtijd en daarmee was ik 7 minuten langzamer dan mijn tot nu toe langzaamste tijd. Dat gegeven deert mij echter absoluut niet, ik had mijn vijfde halve volledig rennend voltooid en volbracht en daar ben ik trots op. Pas na de meet ging de damesmuziek echt uit en kon ik ze bedanken voor hun steun! Waarbij aangetekend dat deze dameslijst ter verbetering grondig herzien zal worden.

Wat de toekomst voor mij zal brengen waar het deze lange afstand betreft, weet ik niet. Mijn idee het bij de vijf tot nu toe volbrachte halve marathons te houden is niet in steen gebeiteld en ook niet in beton gegoten. Mocht er een aardige dame zijn die zich aanbiedt om mij, liefst hardlopend, langs die 21 kilometers te loodsen dan sta ik daar zonder meer open voor. Of, realistischer, moet ik wellicht Peter de Haas maar eens polsen of hij iets voelt voor zo’n langdurige, avontuurlijke samenloop.

Ook gepubliceerd op Looptijden.nl

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

Klein, dapper en snel

Froukje haalt de finish wel!

Tobatleet

Levensloop en Levenswandel

sportlifecrisis

"Sport, ik wil er veel voor doen maar niets voor laten"